We kunnen helaas geen nieuwe cliënten meer aannemen.
door Wilko Voordouw DEN HAAG – De herkeuring van de ongeveer 240.000 Wajongers gaat volgens het UWV zo’n drie tot vier jaar duren en zal naar schatting 70 tot 120 miljoen euro kosten. Dat bleek gisteren tijdens de hoorzitting over de Participatiewet van staatssecretaris Klijnsma.
In die wet worden drie wetten samengevoegd voor mensen die kunnen werken, maar daarbij ondersteuning nodig hebben. Het gaat om de Wet Werk en Bijstand, de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wajong voor jong-gehandicapten. De uitvoering van die wet komt in handen van de 403 gemeenten. Er wordt een stevige bezuiniging van op termijn 1,7 miljard euro gerealiseerd. De 240.000 Wajongers worden vanaf 1 januari 2015 herkeurd, zo is afgesproken binnen het Sociaal Akkoord. Wie 100 procent niet kan werken, blijft binnen de Wajong, de overigen worden overgeheveld van het UWV naar de gemeente. Daar krijgen ze eventueel een bijstandsuitkering of er volgt re-integratie naar de arbeidsmarkt.
Gisteren gooide voorzitter Ton Heerts van de FNV een steen in de vijver door te stellen dat hij pas over herkeuring wil praten, als er ook werk is voor die jongeren. „Het gaat mij niet om het principe van de herkeuring, maar om het tempo waarin dit gebeurt. De FNV is tegen een enkeltje bijstand. Mensen moeten uitzicht hebben op een echte baan”, zo legde hij gistermiddag uit tijdens de hoorzitting van de Kamercommissie Sociale Zaken. Heerts kreeg bijval van voorzitter Maurice Limmen van het CNV. Ook bleek dat er nog veel onduidelijk is over de toekomstige uitvoering van de wet, die op 1 januari 2015 moet ingaan. Vooral bij de gemeenten heersen gemengde gevoelens. Zij zijn bang dat de wet hen in grote financiële problemen gaat brengen. „De begeleiding en ondersteuning staan onder druk door de forse bezuinigingen. Minder begeleiding betekent meer mensen die aan de kant staan”, zo betoogde burgemeester Jan Hamming van Heusden namens de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Gemeenten als Hengelo, en krimpregio’s als Oost-Groningen en de oostelijke mijnstreek vrezen financieel kopje onder te gaan. Heerlen heeft bijvoorbeeld ruim drie keer zoveel mensen in de bijstand en twee keer zoveel mensen in WSW en Wajong dan landelijk. „Wij gaan het niet redden”, zegt wethouder Riet de Wit. Haar collega Klaas Steenhuis uit Veendam: „We zullen zwaar moeten bezuinigen op voorzieningen als de bibliotheek en de muziekschool.”