02/11/2013

Meer werkplekken bij werkgevers

Sociale partners en het kabinet spraken afgelopen voorjaar in het sociaal akkoord af om de komende jaren 125.000 extra arbeidsplaatsen beschikbaar te stellen voor mensen met een arbeidsbeperking. Maar dat zal nog niet zo makkelijk zijn om te realiseren. Werkgevers blijken tot nu toe terughoudend te zijn met het aanpassen van functies. En dat is nu juist wel noodzakelijk. Onderzoeker Regioplan stelde vast dat werkgevers zich tot het uiterste zullen moeten inspannen om de doelstelling van het sociaal akkoord te laten slagen. 

Regioplan heeft de afgelopen drie jaar 24 grote bedrijven gevolgd die zich hebben voorgenomen werknemers met een beperking aan te nemen in het kader van de pilot ‘Meer werkplekken bij werkgevers’. Regioplan heeft de pilot in opdracht van het Ministerie van SZW geëvalueerd.

Pilot “Meer werkplekken bij werkgevers”

De belangrijkste conclusie: werkgevers moeten bereid zijn om structurele functieaanpassingen te doen, anders zal het niet lukken om voldoende arbeidsplaatsen te creëren voor werknemers met een beperking. In de praktijk blijken werkgevers echter terughoudend met het aanpassen van functies. In de meeste bedrijven wordt het takenpakket van de individuele werknemer met een beperking op kleine punten aangepast. Er worden bijvoorbeeld taken uit de functie genomen, er mag wat meer tijd aan bepaalde taken besteed worden of de functie wordt samen met een collega uitgevoerd.

Functiedifferentiatie

Sommige bedrijven hebben structurele aanpassingen in de functiestructuur doorgevoerd door middel van functiedifferentiatie. Een bestaande functie wordt dan gesplitst in twee delen, waardoor een nieuwe functie ontstaat die door werknemers met een beperking uitgevoerd kan worden. De vaste werknemers worden zo ontlast en kunnen zich richten op het deel van de functie dat op hun eigen niveau is. Functiedifferentiatie heeft twee grote voordelen: er kunnen meerdere werknemers met een beperking worden aangenomen en het bedrijf heeft op termijn minder geschoolde werknemers nodig waaraan op termijn een tekort ontstaat.

Voor een toekomst met meer ruimte voor grote aantallen werknemers met een arbeidsbeperking moeten werkgevers bereid zijn tot structurele aanpassingen in functies in plaats van specifieke aanpassingen in individuele gevallen. Pas dan wordt het ‘normaal’ om werknemers met een beperking als collega te hebben.

Acht lessen

Uit het onderzoek komt een aantal lessen voort die van belang zijn voor een toekomst waarin structurele ruimte is gecreëerd in bedrijven voor veel grotere aantallen werknemers met een beperking.

  1. Bedrijven moeten bereid zijn tot structurele aanpassingen in functies.
  2. Toeleveranciers moeten hun klantenbestanden goed kennen in termen van de eisen en wensen van werkgevers.
  3. Er moet een einde komen aan de versnippering van de wervingskanalen.
  4. Kosten en baten van werknemers met een beperking moeten in evenwicht zijn. Daarvoor zijn er goede matches nodig en voorzieningen voor de compensatie van lagere productiviteit en extra begeleidingskosten.
  5. Werkgevers moeten ervan op aan kunnen dat voorzieningen en subsidies die kosten en risico’s beperken, ook op langere termijn beschikbaar blijven.
  6. Het loon dat (of vergoeding die) een werkgever betaalt, moet recht doen aan de bijdrage die de werknemer met beperking aan het bedrijf levert.
  7. Bedrijven hebben intermediairs nodig om hen te helpen bij het zoeken naar structurele mogelijkheden om werknemers met een beperking productief in te zetten.
  8. De positie van werknemers met een beperking op de flexibele arbeidsmarkt moet verstevigd worden. Aandacht voor van werk naar werk begeleiding en veilige terugvalopties van waaruit de weg terug naar werk gefaciliteerd en gestimuleerd wordt.